Lien Campo

Lien Campo

donderdag 3 maart 2011

Het verhaal: (dat is) Een sprookje van moeder de gans

Het verhaal is een sprookje van moeder de gans, iets wat verzonnen is.
In mijn verhaal wil ik het sprookje, animatiefilm Alice in Wonderland integreren, omdat dit eveneens een absurde film is waarbij verschillende gebeurtenissen plaatsvinden die onmogelijk zijn.

Het gaat over een jonge vrouw die de broek draagt, haar man is een sloef. 
Wanneer de vrouw met de kippen op stok gaat, uitgaat.
(Wat eigenlijk wil zeggen dat ze vroeg gaat slapen). Gaat de man op de lappen. 
Op café drinkt hij zich een stuk in zijn kraag en wanneer hij naar huis wil gaan wordt hij bij de kraag gevat, maar aangezien hij een stuk in zijn kraag heeft, 
glipt hij door de mazen van het net.
Wanneer hij thuiskomt probeert hij geen slapende honden wakker te maken, 
jammer genoeg is zijn vrouw wel wakker en gaan de poppen aan het dansen, 
er worden vijgen en peren uitgedeeld.
Uiteindelijk doet ze toch water bij de wijn en kruipen ze in hun tram, 
‘s morgens zijn de plooien nog niet gladgestreken. 
Ze trapt op zijn tenen waarbij hij uit zijn dak gaat (Alice). Ze kiest het hazenpad. 
De haas stuurt haar echter met een kluitje in het riet. Ze kruipt net door het oog van de naald, want er zat een addertje onder het gras.
Ze komt in een hotelletje, want ze is in de aap gelogeerd.                 
Er zit daar anderhalve man en ne paardenkop. 
De kuisvrouw draait voor haar haar nestel af en ‘s morgens kuist ze haar schup af. 
Ze neemt de nestel mee (als rode draad doorheen het verhaal, alsook de paardenkop).
Ze begeeft zich op glad ijs, er is een man die haar in de val wil
lokken maar wie een put graaft voor een ander, valt er zelf in.
Ze ziet door de bomen het bos niet meer, ze kijkt wel de kat uit de boom, waarbij er duiven gaan vliegen. Er liggen twee jagers op de loer, de één schiet onder de ander zijn duiven. Alice wordt kwaad doordat ze bijna geraakt was, ze zit op haar paard (dat ze heeft meegenomen uit het hotelletje) en gaat er vandoor.
Ze weet niet waar naartoe, tot er plots iemand uit de kast komt (een homo) en zegt dat alle wegen naar Rome leiden.
De twee jagers zijn echter kwaad en zitten achter haar veren want ze is ondertussen al veel van haar pluimen verloren.
Uiteindelijk merkt ze dat ze het spek aan haar been heeft, dat ze bedrogen is, want de weg loopt dood.
Daar zijn de jagers die het spek aan haar been zien en ze laten hun twee honden los maar als twee honden vechten om een been, gaat de derde er mee heen.
De derde is haar man.
En ze leefden nog lang en gelukkig.
Einde

Geen opmerkingen:

Een reactie posten